Gemelde bijwerkingen na vaccinatie met Vaxelis
Eind 2018 werd in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) Infanrix hexa vervangen door Vaxelis. Bijwerkingencentrum Lareb volgt deze overgang van Infanrix hexa naar Vaxelis. In het eerste half jaar zijn er geen nieuwe of verontrustende bijwerkingen gevonden.
In Nederland worden kinderen op zuigelingenleeftijd gevaccineerd met een vaccin tegen difterie-kinkhoest-tetanus-polio-HIB-hepatitis B op de leeftijd van 2, 3, 4 en 11 maanden. Eind 2018 werd het Infanrix hexa vaccin vervangen door Vaxelis.
Tot eind 2020 zal Bijwerkingencentrum Lareb de overgang van Infanrix hexa naar Vaxelis nauwgezet volgen, en elk half jaar een overzicht van de meldingen maken. Bijwerkingencentrum Lareb vergelijkt hierbij het aantal en soort meldingen van het laatste geboortejaar dat zuigelingen met Infanrix hexa zijn gevaccineerd met het eerste geboortejaar dat zuigelingen met Vaxelis worden gevaccineerd.
De vergelijking over het eerste half jaar laat geen bijzonderheden zien. Het aantal gerapporteerde ernstige meldingen na vaccinatie met Vaxelis is vergelijkbaar met het aantal ernstige meldingen na vaccinatie met Infanrix hexa. Het aantal meldingen van lokale reacties (roodheid, zwelling op de injectieplaats), langdurig huilen en huidverkleuringen is iets hoger. Omdat het om nog relatief weinig meldingen gaat, kunnen daar nog geen conclusies aan verbonden worden.
Naar aanleiding van de meldingen zijn geen nieuwe of verontrustende bijwerkingen gevonden.
Bekijk hier een overzicht van het aantal meldingen van mogelijke bijwerkingen na vaccinatie met Vaxelis vergeleken met Infanrix hexa over de eerste zes maanden.