Injectietechniek belangrijk bij triamcinolonacetonide-injecties
Bijwerkingencentrum Lareb ontvangt nog steeds meldingen van deuken (subcutane atrofie) op de injectieplaats na injecties met triamcinolonacetonide. Het is bekend dat deze bijwerking kan ontstaan. Dit staat niet in de bijsluiter. Een juiste injectietechniek kan het risico op deze bijwerking verminderen.
Triamcinolonacetonide-injecties (Kenacort-A) remmen ontstekingen. Het geneesmiddel hoort bij de corticosteroïden. Triamcinolonacetonide wordt gegeven als behandeling van klachten waarbij plaatselijke ontstekingen een rol spelen. Denk hierbij aan gewrichtsaandoeningen zoals een tenniselleboog, jicht en artrose.
Deuk door afname van weefsel onder de huid
Op de injectieplaats kan een deuk ontstaan door subcutane atrofie. Bij subcutane atrofie neemt weefsel onder de huid af. Dit is een bekende bijwerking van corticosteroïd-injecties. Subcutane atrofie treedt meestal binnen één tot vier maanden na de injectie op. Vaak verdwijnt de deuk binnen een jaar.
Subcutane atrofie staat niet in de bijsluiter
In de officiële productinformatie van triamcinolonacetonide-injecties staat een waarschuwing voor subcutane atrofie wanneer de injectie in een spier of verkeerd in een gewricht gegeven wordt. In de patiëntenbijsluiter staat dit niet. De bijsluiter noemt wel ‘huidatrofie’ als mogelijke bijwerking, en beschrijft dit als ‘perkamentachtige, haarloze, gemakkelijk rimpelbare dunne huid’. Dit is een ander beeld dan subcutane atrofie. Uit de bijsluiter blijkt dus niet dat er ook een deuk kan ontstaan op de injectieplaats. Bijwerkingencentrum Lareb heeft hier eerder een nieuwsbericht over geplaatst.
Deuk voorkomen door een juiste injectietechniek
De techniek waarmee de injectie gezet wordt, speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van subcutane atrofie. Een juiste injectietechniek kan het risico op deze bijwerking minimaliseren. Daarom willen wij dit onder de aandacht brengen bij huisartsen en andere zorgverleners die triamcinolonacetonide-injecties zetten.
Lees hier meer informatie in het artikel in Huisarts & Wetenschap.