Onderzoek werkzaamheid en bijwerkingen ADHD medicatie
Van volwassen gebruikers van ADHD-medicatie geeft 75% aan weleens bijwerkingen te ervaren. De meest genoemde bijwerkingen staan in de bijsluiters. In het algemeen geven de respondenten aan positieve effecten te ervaren van de geneesmiddelen op hun klachten. Het ervaren van bijwerkingen of onvoldoende effect kunnen redenen zijn om met de medicatie te stoppen.
Dit blijkt uit een enquête die in juni door de vereniging ‘Impuls&Woortblind’ samen met Bijwerkingencentrum Lareb is gehouden onder 848 gebruikers van ADHD-medicatie die 16 jaar en ouder waren.
Bijna de helft van de respondenten gaf aan weleens gestopt te zijn met medicatie voor ADHD. De belangrijkste reden om te stoppen waren bijwerkingen.
Door het preferentiebeleid krijgen gebruikers soms te maken met substitutie waarbij van merk wordt gewisseld. Ongeveer de helft van de respondenten heeft hier weleens mee te maken gehad. Van hen geeft 40% aan geen verschil te hebben ervaren. De rest van de respondenten geeft aan zowel een sterkere en/of langere werking dan wel een minder sterke en/of kortere werking na het overstappen van het ene naar het andere merk te hebben ervaren.
In Nederland zijn met uitzondering van atomoxetine, geen geneesmiddelen geregistreerd voor de start van de behandeling van ADHD bij volwassenen. In de nieuwe richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) wordt methylfenidaat en dexamfetamine bij ADHD voor volwassenen als eerste keus in de medicamenteuze behandeling.
Het is wenselijk de effecten en bijwerkingen van het gebruik van ADHD-medicatie bij volwassenen in de dagelijkse praktijk te onderzoeken, bijvoorbeeld door monitoring of een register.
De resultaten van de enquête zijn voor de vereniging ‘Impuls&Woortblind’ aanleiding voor vervolgacties.